Nu het stof van de verkiezingen weer een beetje is neergedaald (een beetje maar, want mensen zijn hier nog steeds lyrisch en hebben moeite om er niet over te praten), is het dagelijks leven hier weer teruggekeerd naar zijn normale routine. Vreemd, maar het lijkt op een soort van leegte, alsof we allemaal zijn achtergelaten in een stoffige en enigszins verlammende aftermath. Wat er nu gaat gebeuren weet niemand, maar iedereen probeert zo langzamerhand in ieder geval zijn dagen weer op te vullen met wat anders dan politiek.
Homecoming afgelopen weekend had dan ook niet op een geschikter moment kunnen komen. Het woord roept vast bij veel mensen de stereotypische beelden van football teams, cheerleaders en dances op, en ik geloof dat dat op de meeste plekken in Amerika ook wel zo is — waar het in feite om draait is een weekend lang feest in de aanwezigheid van een grote hoeveelheid alums die eens komen kijken wat er van hun lieve oude universiteit geworden is. En de football game is over het algemeen het stralend middelpunt van al deze activiteiten. Tsja, en daar zit je dan met je goede gedrag en je universiteit zonder football team. Slaat een behoorlijk gat in je programma.
Gelukkig slaagt Southwestern er toch nog in om al die lieve alums naar de campus te lokken — en ze moeten ook wel, want dat zijn de mensen op wie de school drijft in financiële zin. Het hele weekend zijn er dan ook allerlei recepties, feestjes en frat parties, en iedereen is in principe overal welkom. Hilarisch hoogtepunt was ook de lacrosse-wedstrijd van de alums tegen het huidige team: dikke mannen in veel te strakke pakjes gemene overtredingen zien maken en letterlijk over het gras zien hobbelen kan soms zóveel voor je dag doen.
Het algemene hoogtepunt van homecoming was echter SING!. Ja, in hoofdletters en mèt uitroepteken, zelfs wanneer meer dan de helft van de deelnemende teams niet eens zingt maar playbackt. SING! is iets bijzonders. Naast het feit dat het nog maar eens uitgebreid de artsiness en de hipheid van de universiteit benadrukt, is deze cabarestafette tussen allerlei clubjes en organisaties op campus. Traditioneel gezien is het een grote competitie tussen alle fraternities en sororities die dan ook gezellig naar elkaar refereren in hun toneelstukjes, maar andere verenigingen doen ook mee — de toneelclub bijvoorbeeld had een paar geweldige stemmen die meezongen. Alleen, Amerika zou Amerika natuurlijk niet zijn als dit ook niet pure competitie zou zijn. De voorbereidingen voor een gemiddelde skit nemen zo\’n anderhalve maand in beslag, waarin minimaal twee en soms wel vijf keer per week wordt gerepeteerd en geschreven. Er worden boetes uitgedeeld aan mensen die niet op de repetities verschijnen en na de wedstrijd wordt er bijzonder hevig gediscussieerd over de rechtvaardigheid van de beslissing van de jury. Gelukkig is het in ieder geval voor de toeschouwers leuk om naar te kijken…
Competitie. Dat zou best wel eens de rode draad van m\’n tijd hier kunnen zijn.
Leave a Reply